Als ik me vergelijk met jou, verlies ik mezelf

Vaak denk ik dat anderen het beter doen dan ik. Zelfverzekerder, gelukkiger, meer op hun plek. In Al-Anon leerde ik hoe pijnlijk vergelijken kan zijn — en hoe bevrijdend het is om gewoon mezelf te zijn.

Vroeger dacht ik dat het aan mij lag als iemand het niet met me eens was. Dan voelde ik me afgewezen. Ik probeerde steeds beter mijn best te doen: de juiste woorden, kleding, meningen, werk, vrienden… in de hoop dat ik er dan wél bij zou horen.

Mensen om me heen leken zelfverzekerd en gelukkig. Ze straalden uit dat ze hun leven op orde hadden. Zelf hield ik mijn onzekerheid liever verborgen. Ik deed alsof ik het allemaal aankon. Maar achter die buitenkant voelde ik me vaak alleen.

Pas later begreep ik: anderen houden zich ook groot. Net als ik. En misschien vergelijken zij zich ook wel met mij. Hoe vaak kijk ik niet naar de buitenkant van de ander, en vergelijk ik dat met hoe ik me vanbinnen voel?

In Al-Anon heb ik geleerd dat het oké is als iemand het anders ziet. Dat hoeft niet te betekenen dat één van ons ongelijk heeft. Niemand hoeft fout te zijn. We mogen allemaal onszelf zijn, met onze eigen gevoelens, gedachten en twijfels. We horen er allemaal bij.

Wat ik meeneem vandaag
Als ik me vergelijk met een ander, verlies ik iets van mezelf. Soms voel ik me daardoor beter, soms slechter — maar het haalt me weg bij wie ik werkelijk ben.

In de Al-Anon bijeenkomsten leerde ik dat veel van mijn onrust te maken heeft met hoe ik ergens in sta — niet met de ander, maar met mijn eigen houding.

Geïnspireerd door Moed om te veranderen, blz. 140
Anoniem


Moed om te veranderen is weer te bestellen.

Scroll naar boven